Selectie van koffiebonen
Op zoek naar de beste espresso…
De koffieplant is een struik uit de Rubicae-familie. De bladeren zijn dik, groen en puntig van vorm. Deze ene koffieplant-familie herleidt naar de twee belangrijkste koffiesoorten:
- Arabica; coffea arabica
- Robusta; coffea canephora
Koffieplanten kunnen tot grote hoogten groeien. De Arabica-plant kan bijvoorbeeld 8 meter hoog worden. Met besnoeiing beperken koffieboeren de groei tot zo’n 2 tot 3 meter. De vruchten met koffiebonen moeten immers ook geplukt worden!
Arabica & Robusta: de verschillen
De groei van de koffieboonkersen
Na 4 tot 5 jaar groeien aan de koffieplant gladde besjes die ‘kersen’ heten. In het begin zijn de bessen groen. Door rijping veranderen ze van kleur. Na groen worden ze geel, vervolgens oranje, en tot slot rood. De bessen van één struik rijpen in verschillende snelheden. Daarom dragen takken tegelijkertijd groene, gele, oranje én rode kersen. Plukken dient dus uiterst zorgvuldig te worden gedaan.
Oogsten & drogen
Deze koffiestruiken groeien over het algemeen het best in vrij vochtige omstandigheden. Zoals in de tropen, rond de evenaar. En om precies te zijn: tussen de Kreefts- en Steenbokskeerkring. Daarom zoeken we dáár naar de beste, meest waardevolle koffiesoortgewassen. Na zorgvuldige selectie worden de gewassen geoogst en worden de koffieboonkersen gedroogd. De koffieboon? Die zit ín de kers. Pas na strenge kwaliteitscontroles halen we de koffiebonen uit de vrucht om deze te roosteren.